NIADEC / AVE
Tegenvaller voor sectorinstituut in oprichting
De fusie van het Nederlands Architectuurinstituut, Premsela en het Virtueel Platform wordt pas volgend jaar effectief, maar het in oprichting zijnde sectorinstituut, dat in de wandeling AVE (Architectuur, Vormgeving en E-cultuur) wordt genoemd, heeft zijn eerste tegenvaller al moeten incasseren. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, die de gemeente adviseert over het cultuurbeleid voor de komende vier jaar, adviseerde vorige maand om AVE niet een jaarlijkse subsidie van 150 duizend euro toe te kennen.
De aanvraag was ingediend door de stichting NIADEC, de bestuurlijke naam van het instituut in oprichting. De raad heeft weinig vertrouwen in de plannen, die in niet mis te verstane bewoordingen worden afgeserveerd: "Het beleidsplan dat nu voorligt biedt niet het vertrouwen dat deze fusie zal slagen. Het plan mist precisie, het toont geen zelfreflectie."
Gebrek aan zelfreflectie is nog een understatement als men het uitgelekte Activiteitenplan 2013-2016 van het NIADEC/AVE leest. Financiële overmoed had er ook kunnen staan. Het nieuwe instituut zal naar verwachting jaarlijks 7,8 miljoen euro subsidie van de rijksoverheid krijgen, maar gaat uit van een begroting van 13 miljoen euro. Men verwacht dus 5,2 miljoen euro zelf te kunnen genereren, wat neerkomt op 40 procent van het totale jaarbudget. De belangrijkste bron van eigen inkomsten vormen beoogde partners, die elk jaarlijks minimaal 700 duizend euro bijdragen. Deze partners zijn volgens het Activiteitenplan "instellingen die hun maatschappelijk profiel willen versterken." Zeker vijf van deze mecenassen hoopt AVE aan te trekken.
Het NAi heeft ervaring met dergelijke partners, die met hun logo op de website staan vermeld. Daarbij zitten een projectontwikkelaar, een woningbouwvereniging en een projectinrichter. Hoeveel zij bijdragen is niet bekend, maar het moet fors minder dan 700 duizend euro zijn. Uit de jaarverslagen van het NAi blijkt dat de inkomsten uit sponsoring en partnerships sinds 2007 drie jaren op rij gedaald zijn, maar vorig jaar licht zijn gestegen. In 2007 kreeg het NAi bijna twee miljoen euro van zijn sponsors en partners, in 2010 was dit nog maar één miljoen euro, en vorig jaar 1,25 miljoen euro. Of de opwaartse trend zich de komende jaren voortzet is hoogst onzeker gelet op de sector waarin veel partners en sponsoren actief zijn, en de economische recessie. Bovendien krijgen de sponsoren en partners te maken met een andere instelling waarmee ze misschien minder affiniteit hebben.
Sponsoren uit de bouwsector zijn ook welkom bij AVE. Zij kunnen à raison van 250 duizend euro per jaar lid worden van de businessclub. Wat ze ervoor krijgen vermeldt het Activiteitenplan niet, noch maakt het plan duidelijk waarom de businessclub is voorbehouden aan de bouwsector, en niet ook openstaat voor sponsoren uit de booming ontwerpsector.
Russisch roulette
Misschien dat de sponsoren voorrang krijgen bij de gunning van de opdracht om woningen te bouwen op het terrein van het NAi, want dit plan moet eenmalig drie miljoen euro opleveren. Investeren in vastgoed komt anno 2012 neer op het spelen van Russisch roulette met een volgeladen revolver. Dit idee is toch een van de weinige concrete voorstellen in het Activiteitenplan, dat verder vooral uitmunt in algemeenheden. Een uitgewerkte visie op de functie die het instituut moet vervullen voor de creatieve industrie en de samenleving ontbreekt. Maar men wil wel de matchmaker worden die zal bemiddelen tussen de ontwerpsector en beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
Ook schrijft men dat de succesvolle activiteiten van de te fuseren instellingen worden voortgezet door AVE. Daarvoor heb je geen fusie nodig. En dat is meteen de kern van het probleem. Toen de Staatssecretaris van Cultuur in juni 2011 de drie instellingen opdroeg samen te gaan, zeiden de directies dat ze er positief tegenover stonden, maar in werkelijkheid zetten ze de hakken in het zand. Een consultant van het Utrechtse adviesbureau Berenschot moest eraan te pas komen om de fusie-onderhandelingen vlot te trekken. Premsela-directeur Els van der Plas heeft eieren voor haar geld gekozen en vertrekt binnenkort. Zij wordt tot het einde van dit jaar vervangen door Gita Luiten, de voormalige directeur van de Mondriaan Stichting. Diverse medewerkers van de instituten zijn al opgestapt. Passiviteit en ideeënarmoede zijn het gevolg. De opstellers van het ruim dertig pagina's tellende plan hebben kennelijk zo weinig zin in de fusie dat ze het woord synergie maar twee keer gebruiken.
De indruk bestaat dat Premsela en het Virtueel Platform zich overvleugeld voelen door het veel grotere NAi, dat op zijn beurt geen trek lijkt te hebben het huis te delen met de andere ontwerpdisciplines en alleen lippendienst bewijst aan het AVE-programma. Het NAi heeft nu nog een eigen gebouw, een grote museumcollectie en een enorm archief, waar tientallen mensen werken. Deze organisatie zal als een molensteen komen te hangen om de nek van AVE. Het zou veel verstandiger zijn om het architectuurmuseum en de architectuurcollectie in een zelfstandige organisatie onder te brengen, die de sterke merknaam NAi kan houden. Binnen het NIADEC/AVE worden dan de verhoudingen tussen de ontwerpdisciplines meteen veel gelijkwaardiger. Organisatorisch kan men de functie van het sectorinstituut voor de creatieve industrie onafhankelijk en separaat van de beheerstaken van een museum ontwikkelen.
De directies en de besturen van Nederlands Architectuurinstituut, Premsela en het Virtueel Platform weten al bijna een jaar dat de fusie eind 2012 rond moet zijn. Het is eigenlijk beschamend dat men tot niet meer is gekomen dan vage plannen die gebaseerd zijn op financieel drijfzand. De komende maanden weet men wat men te doen staat.
... reageer
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een mailtje naar de redactie.