Joost Overbeek: Ambacht

Joost Overbeek, 15 december 2010

Items Live #8

Mooi thema vanavond. Het ambacht. Prima. Maarrrrr! Toch heb ik ook wel wat te zeiken. Daar word ik per slot van rekening ook voor gevraagd!? Gaat het hier écht om aandacht voor het ambacht. Of is het hip. Dat is vaak de vraag. Al jaren.

Het lijkt me niet toevallig dat in mijn stadje Arnhem laatst ook een avond over ontwerpen en ambacht werd georganiseerd. Met vilt en keramiek enzo. Hoewel het woord ‘hip’ uit de jaren zestig, nog ver voor ‘mijn tijd’ stamt, kan ik me toch niet herinneren dat dat 20 jaar geleden ook al zo aan de hand was. Onze beroepen gaan heel erg over tegenwoordig.

En toch is er altijd het excuus.

Ik herinner me dat Jurgen, die bij me werkte, ooit op Birckenstockslippers binnenkwam. Ik had/heb ‘m heel hoog zitten op het aanvoelen van de tijdgeest en kon me dan ook niet voorstellen dat hij ze uit piëteit met de verpleegsters droeg, waar ze in mijn visie toen nog bij hoorden. Ik vroeg ‘m of ze hip waren. Dan krijg je dus: “Nee, ze zitten gewoon heel lekker”. Hip moet je zijn maar niet mee te koop lopen blijkbaar.

In mijn vakgebiedje, zie je het bijvoorbeeld sterk bij lettertypes. De Avant-Garde. Mooi voorbeeld. Ooit wist je, als iemand die gebruikte, dat het een amateur was. Lelijke letter. Onder uit de Letraset wrijflettercollectie. Vorig jaar was ie ineens hip. Alle poppodia, alle hippe blaadjes. En dan ook nog eens beroerd gespatieerd. Enerzijds zegt m’n gevoel dan, niet doen. Anderzijds is dat natuurlijk onzin. Het is hip en aan de hand. M’n klanten willen hip en aan de hand, dus...

Dit jaar moest alles ‘echt’. Photoshop was uit den boze. Een vlek maak je met inkt, niet met een filter, de leeuw van Cinekid zochten we niet op google maar werd gehuurd bij een Limburgs bedrijf waar je ieder dier kan huren dat je bedenken kan. Hoe ze er aan komen wil je niet weten.

En nu is het dus de tijd van de nostalgie. Wat bij ons zoveel betekend als, de digitale camera kan in het vet. Analoog is de shit. Leve het ambacht.

Onzin.

Rolletjes, ontwikkelaar. Of mensen gaan polaroids maken. Hipstamatic op de I-phone. Of zwart/wit foto’s, ook zoiets. Dat is toch een beetje nostalgisch gedoe. Het wil een sfeer van less is more uitstralen maar is vaak in kleur geschoten, die er dan weer uitgefilterd moet worden. Dat is dus niet less maar more gedoe. Ik krijg een beetje het gevoel van de rijke manager, die met een groepje vrinden (mannen!) gaat afzien in een zweethut. Lekker terug naar de basis.

Trendwatchen.

Volgend jaar worden de mouwen korter. Wordt tuinieren en koken hip en zie ik wit, veel wit. Ik moest daar altijd een beetje om lachen. Dacht dat dat alleen voor modemeisjes was. Zag ik altijd Arjan Ederveen voor me, die een stel opdrachtgevers inpakte met wazig gedoe. Toch moeten we daar ook met z’n allen aan, blijkbaar. Waren we wellicht trendsetter geweest in de ambachtshype.

In de aankondiging van deze avond stond het volgende zinnetje. ‘High-designers die traditionele ambachtslieden uit verre landen inhuren’. Dat vond ik mooi. Dat klinkt meteen ontzettend buro Multilul van Jiskefet. De ambachtstrend volgen, zonder de handen vies te maken.

Goed.

Het heeft ook iets muffigs natuurlijk. Houtje/touwtje. Knutselen, vilten, punniken.
Het lijkt nog een beetje uit te gaan van dat wat de ontwerper wil maken. Kunstzinnig. Daar kom je in opdracht moeilijker mee weg natuurlijk. Of je moet hele hippe, trendgevoelige opdrachtgevers hebben. De wat conservatievere hebben er net mee leren leven dat er gephotoshopt wordt, krijgen ze iets geknutselds van hun ontwerper voorgeschoteld omdat dat hip is. Omgekeerde wereld.

Terugverlangen naar werken in de donkere kamer, naar het ontwerpen van voor de computer, naar spuitlijm, wrijfletters en airbrush? Ik kan me niet voorstellen dat iemand die daadwerkelijk dagen in de meur van fixeer heeft gestaan dat doet. Het enige voordeel van de doka’s op de opleiding was dat het er lekker donker was.

Dan, veel interessanter natuurlijk. Waar komt die trend vandaan? Is het ‘normale’ ontwerpen dat we doen geen ambacht meer? Waarom willen we allemaal zo graag knutselen?

Tuurlijk is vrijwel niemand ontwerper geworden om om half tien ‘s ochtends een computer aan te zetten en ‘m om 6 uur weer uit te zetten. Het verschil met de boekhouder zit ‘m natuurlijk wel in dat wat we op ons scherm zien ... Maar toch. De shortcuts zijn anders maar verder zijn onze beroepen , qua handeling, wel behoorlijk richting die van de registeraccountant opgeschoven.

Ik vind dat soms een naar gevoel, dat je niet achter het apparaat wilt maar dat de alternatieven gedoe zijn. Ik schrijf graag. Tuurlijk kan dat met een pen en een bloknootje. Ik maakte nog wel eens muziek, kan op de gitaar. De familie in Nieuw Zeeland een brief sturen...kan, hoewel TNT steeds staakt. Rommelmarktje bezoeken. Marktplaats. Het is allemaal veel gemakkelijker achter je mac. En voor wie niet? Verpleegsters, schoonmakers, bouwvakkers, dat werk, die zijn stoer. De rest zit.

Nou is grafisch ontwerpen, mijn hoekje, nooit zo heel stoer en ambachtelijk geweest. Hoewel ik voor mijn tijdschrift lolmaken, uit 1992 ... ik herhaal 1992, nog aardig heb staan zagen en schuren. Je ziet de cover en een pagina uit het binnenwerk, lolmaken Chinees, hier de hele tijd achter me als het goed is.

Zetinstructies schrijven, kleurtjes in de Pantone-waaier zoeken. fotouitsnedes op kalkpapier aangeven ... echt voor de he-man is het beroep nooit geweest. Is dat iets wat we missen? Willen we studio’s waar verf en gereedschappen staan? Of moeten we zorgen dat het vak in zichzelf iets ambachtelijks heeft. Goede leesbare typografie, goed drukwerk, goeie ideeën, dat is toch ons ambacht. Daar schort het best nog wel eens aan. Is dat gezaag en getimmer toch een beetje geforceerd.

Ik zie wel een paar beren op die weg. Deze ‘aan alles wat leuk is een hekel hebbende overheid’, is zo’n beer. De communicatiedames die voor klusjes van niks pitches uitschrijven zijn van die beren, huisstijlhandboeken zijn beren. Daar wordt het vaak zo mutsig van, dat haalt de, toch al beperkte, stoerte er flink vanaf, als je iets goeds wilt maken maar je wordt geremd door stramienetjes enzo. En die communicatielaag bemoeit zich met steeds meer. Komen met goedkope internetdrukkers aan, die op papieren drukken die alle eventuele geilheid van drukwerk afhalen.

Nu ja.

Gezien al het voorafgaande zal ik er alles aan doen wat in mijn macht ligt om mijn zonen een voorkeur voor het stoere werken in de bejaardenzorg boven een carrière in de creative industry mee te geven.

Communicatieadviseur is net als soldaat en politieagent overigens ook verboden, op straffe van het niet betalen van rijles, studiebijlage en meer. Doodzonde toch, van die leuke jongens en vooral meisjes, die er, vanachter hun computertjes, toch al schaarser wordende subsidiebudgetten doorheen jagen met het verzinnen van communicatieconcepten voor provincies en gemeentes. Ga toch lekker voor de klas staan of het bos onderhouden.

Maar ja, ze nemen ook al lang niet meer serieus natuurlijk. Sta ik vrijdag in de rij bij LuxorLive voor een concert van ‘de jeugd van tegenwoordig’, met een vriendin en onze zoontjes van 12. “Kut, er zijn ook allemaal oude mensen”, zegt een ongeveer 18-jarig pikkie tegen z’n vriendje.

‘Is er wat piemke?”, zegt m'n vriendin tegen ‘m, waarop hij zich omdraait en tegen het vriendje zegt “waarom praat ik toch altijd zo hard!”? Nu ja.

Ik houd een lijstje bij waarin ik beroepen naar belangrijkheid rangschik. Nogal subjectief natuurlijk, maar toch. Zo vind ik op dat lijstje schrijvers en singer/songwriters heel belangrijk, de meester van mijn zoontje ook natuurlijk en iemand die mij aan het lachen weet te krijgen of mijn humeur kan verbeteren wel zo ongeveer het belangrijkst. Het onbelangrijkst zijn, op mijn lijst, eerder genoemde communicatiemedewerksters, managementtrainers, beleggers, verzekeringsmensen en militairen.

Zaak is natuurlijk waar ik onszelf zet op dat lijstje. Dat fluctueert nogal. Er zijn goede dagen, als ik een fijne beeldcolumn heb gemaakt of aan een mooi boek heb gewerkt. Er zijn ook mindere dagen. Dat ik echt nog onder mijn buurman, een acteur, eindig. En dat is niet best.

Als ik het rijtje bekijk, is het ook niet zo dat ambacht heel hoog scoort. Er komt geen schaatsenslijper of horlogemaker op voor, laat staan iemand die z’n geld verdient met zaken die ook sneller en handiger kunnen tegenwoordig. Leuker om te doen wellicht maar wat mij betreft niet ‘belangrijker’. Vorige week zat ik een dikke avond aan Mn surprise te knutselen. Tof ding geworden, vond ook de ontvangende partij. Had ik het voor een opdrachtgever gemaakt, had het ‘m zeker 1000 euro gekost. Maar ja, dan had ik voor minder wel iets voor ‘m gephotoshopt.
 

... reageer