GDM wordt MOTI

Max Bruinsma, 05 december 2011

Van de cultuur van het ontwerpen naar beeldcultur

Het Graphic Design Museum in Breda gaat vanaf eind deze week verder als 'Museum of the Image.' Volgens directeur Mieke Gerritzen is een verbreding van de focus van het museum noodzakelijk omdat de explosieve groei van de media in de afgelopen jaren geleid heeft tot een nieuwe beeldcultuur op het snijvlak van design, fotografie, film, kunst, architectuur, gaming en mode.


Piet Zwart, Catalogus NKF Delft, 1926

Na ruim een decennium voorbereiding, politieke worstelingen en valse starts opende niemand minder dan koningin Beatrix drie jaar geleden het nieuwe Graphic Design Museum in Breda. Dat museum zou, zo was de bedoeling, het centrum worden waar de Collectie Nederland op het gebied van de grafische vormgeving aan de oppervlakte zou komen, een plek waar de zeer rijke geschiedenis en actualiteit van deze tak van Dutch Design gekoesterd, onderzocht en voor een breed publiek toegankelijk gemaakt zou worden. Na enkele interims werd grafisch ontwerpster en beeldcultuurpionier Mieke Gerritzen directeur van het nieuwe instituut, dat zich in zijn eerste jaren voortvarend op de culturele kaart van Nederland zette. Tentoonstellingen als de Dutch Design Database, Connecting the Past and the Future en 100 Years of Graphic Design toonden op aanstekelijke en vaak interactieve wijze hoe het Nederlandse grafisch ontwerpen dynamisch verbonden is met het internationale design – vaak als pionier en inspiratiebron.


Tentoonstelling Connecting the Past and the Future, met werk van Peter Struycken en Anthon Beeke

In tentoonstellingen als Infodecodata, Parrworld en Graphic Detour liet het museum al zien dat er verder gekeken werd dan de grenzen van het grafisch ontwerpvak. In de door reclameman Erik Kessels samengestelde tentoonstelling Graphic Detour (nog te zien tot 27 november), bijvoorbeeld, vormt grafisch werk een minderheid tussen objecten als de uitvergrootte brandblusser van Daniel Eatock en de alchemische installatie van "ex-designer" Marti Guixé – producten die voortkomen uit een "blind date" met een reeks bedrijven die zich ook afvragen waar hun inspiratie voor nieuwe ideeën vandaan moet komen. Voorbij het ontwerpen, is de samenvattende gedachte.

In de tekst bij de tentoonstelling herkennen we een oud credo van Gerritzen: "iedereen is een ontwerper." Dat wil zeggen dat grenzen tussen vormgevingsdisciplines en de beeldcultuur als geheel vervagen, omdat iedereen met gebruikmaking van hedendaagse digitale en online tools er het zijne aan kan toevoegen. Ontwerpers en kunstenaars, maar ook de industrie, staan voor de opgave om bij al die democratisch verdeelde creativiteit hun eigen vak en business inhoud te blijven geven. Dat zou wel eens kunnen uitlopen op "iets geheel nieuws," zoals de expositie stelt. Die boodschap van een van de laatste tentoonstellingen in het oude Graphic Design Museum kan als voorbode gelezen worden van de beleidsverandering. "Iets geheel nieuws" is de omvorming van het instituut tot een Museum of the Image intussen niet. Verbondenheid met wat sinds het eind van de vorige eeuw 'beeldcultuur' is gaan heten zit Mieke Gerritzen in de genen. Ze pionierde als grafisch ontwerper in de jaren '90 al met patchworks van media- en internet beelden en vormde als hoofd van de designafdeling van het Sandberginstituut, de tweede fase opleiding van de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, de opleiding om tot een laboratorium voor onderzoek naar de culturele en maatschappelijke rol van ontwerpers (niet persé grafische) in de visuele cultuur: Sandberg Design. En ook haar programma tot nu toe in Breda laat overduidelijk zien dat ze zich niet wenst te beperken tot de grenzen van het vak grafisch ontwerpen.


Tentoonstelling Graphic Detour, met werk van Damien Poulain

Daarmee lijkt de naamsverandering een logische te zijn. Maar hij roept wel de vraag op naar wat het museum in de toekomst nog gaat doen aan dat deel van de Collectie Nederland waarvoor het ooit is opgericht: het belangrijke Nederlandse erfgoed op het gebied van het grafisch ontwerpen. 'Image' mag dan het resultaat zijn van elk grafisch ontwerpen, de kern van het vak is veel abstracter: het structureren van informatie. Aan de methoden, kennis en voorbeelden die op dit gebied worden vertegenwoordigd door ruim honderd jaar Nederlandse grafisch ontwerpgeschiedenis wordt niet genoeg recht gedaan als je die uitsluitend middels het 'beeld' analyseert en toont. En hoewel in de internetcultuur alles 'beeld' wordt, van reproducties van oude meesters tot typografische animaties, is de manier waarop dat 'beeld' ooit is gemaakt vaak fundamenteel verschillend. Met andere woorden, de gedaanteverandering van GDM tot MOTI lijkt ook een andere focus verschuiving in te houden: van 'van binnenuit' naar 'van buitenaf.' De betekenis van het maken, zo belangrijk in het 'traditionele' grafisch ontwerpen (in elk ontwerpen, eigenlijk) lijkt ondergeschikt te raken aan die van het kijken. Een 'Museum of the Image,' met andere woorden, lijkt zich te richten op de consumptiekant van de beeldcultuur, op wat wij als beeldconsumenten via een steeds groeiend netwerk van media over ons krijgen uitgestort.


SUPERMart

Natuurlijk, ook die kant van cultuur is zeer interessant en het kan geen kwaad om het publiek te helpen "helderheid te krijgen in de explosieve beeldcultuur van vandaag," zoals het museum haar nieuwe opdracht formuleert. Dat leidt tot tentoonstellingen als 'Supermart' (vanaf 11 december tot 2 april), waar op kleur gesorteerde doodnormale verpakkingen een verhaal vertellen over "eigentijdse 
eisen die bij de vormgeving van verpakkingen een rol spelen; het trekken van aandacht op het
 schap, hygiëne, houdbaarheid en duurzaamheid." Een soort drie-dimensionele, kleurgecodeerde infographic. En tot de tentoonstelling die trendforecaster Lidewij Edelkoort als gastcurator samenstelde, 'The Pop-up Generation – Design Between Dimensions.' (vanaf 13 december 2011 tot 13 april 2012 ) Met die dimensies is zowel het verschil tussen het platte vlak en de ruimte aangeduid – waar de geselecteerde ontwerpers soepel mee om blijken te gaan – als de verschillende dimensies van ontwerpen-als-voorstelling en ontwerpen-als-product. Net als Kessels, laat ook Edelkoort 'dingen' zien die vaak zweven tussen de dimensies van conceptueel kunstwerk, sculptuur, designparodie en bruikbaar product. Het 'pop-up' karakter van de zeer internationaal samengestelde tentoonstelling komt tot uiting "als een verschijning," aldus Edelkoort, "van pop-up winkels en musea en guerrilla brands tot aan moving merchandising. Moving in de zin van in beweging en in actie maar ook op te vatten als emotioneel en op beleving gericht." Met bekende kunstenaars/ontwerpers als BCXSY, Tord Boontje, Kiki van Eijk, Front, Jaime Hayon, Issey Miyake en Studio Job, en minder bekende namen als Borre Akkersdijk, Catharina van Eetvelde, Laurens Manders en Camille Scherrer, brengt Edelkoort een toch sterk op design georiënteerde cast bijeen, maar wel van een generatie die misschien nog het best is samengevat in Martí Guixé's term "ex-designers."

Als openingsstatement van het nieuwe MOTI lijkt het een interessante tentoonstelling te worden, die vooralsnog de vraag die ik eerder stelde naar de status van het (grafisch) ontwerpen als culturele activiteit onbeantwoord laat: de vraag naar hoe grafisch ontwerpers informatie ordenen, niet alleen tot een esthetisch resultaat, maar ook als ordening van culturele, historisch gedragen betekenissen. Je kunt stellen: 'alles is beeld,' maar daarmee heb je noch het beeld, noch 'alles' inzichtelijk gemaakt. Net als een kunstmuseum – waar het immers ook over 'beeld' gaat –, moet ook een 'museum van het beeld' een visie hebben op hoe dat beeld tot stand is gekomen. De invalshoek van het grafisch ontwerpen, gebaseerd op zijn rijke geschiedenis, was en blijft een goed vertrekpunt voor die analyse. Daarover, en over wat er rest van zijn oorspronkelijke opdracht, mag het Museum of the Image wel wat meer zeggen dan de mededeling dat "grafisch ontwerpen belangrijk [is] bij de vorming van een nieuwe beeldcultuur op het snijvlak van design, fotografie, film, kunst, architectuur, gaming en mode."

 

 

Logo Pop-up Generation, met gepenseelde letters van James Victore

... reageer