Joost Overbeek: Restyling
Items Live #16
Items is gerestyled. Dat is goed. Verandering van spijs doet eten. Sowieso is een vast stramien en er te lang hetzelfde uitzien nergens voor nodig bij Items wat mij betreft. Iedere keer anders en lekker freaken. Strakke vormgeving op stramien laten we dan wel aan de business to business bladen over.
Wat ik er van vond, mailde Pao Lien me. Euh, of ik het mooi vind? Nou nee, niet echt. Ik ben niet van dat strakke schreefloze. Zo streng en serieus. Maar dat doet er in dit geval nou echt helemaal niet toe. Mooie vormgeving, dat laten we dan weer aan de Linda en de Happinez over. En als ik ‘m wel heel mooi zou vinden, zou ik bij het tweede nummer ook wel weer wat anders willen. Kortom, als het spreekwoord van de kok en de monden ergens opgaat is het hier wel. Prima.
Collega Brordus noemde designboeken en bladen altijd ‘overtrekboekjes’. Nou hebben we daar tegenwoordig Behance voor dus die functie is het blad kwijt maar ik wil, naast de theorie, wel geïnspireerd worden. Kijken wat er gebeurt op designgebied. Welke fonts gebruiken de hippers? Wie is er lekker bezig, dat werk. En dat verandert nogal in hoog tempo. Moet de ene dag nog alles in de krap afgespatieerde Avant Garde, kun je nu al echt niet meer mee aankomen. Nu is dit, kale typo in een enorm groot font, in blijkbaar, dat kun je volgens mij wel aan Almanak overlaten. Prima. Nou vinden velen natuurlijk dat het om de inhoud gaat, is waar, maar dan hoef je überhaupt niet steeds te restylen.
Leuker dan restyling, vind ik toch altijd nog styling. Het probleem moet voor het eerst opgelost worden. Je komt het steeds minder tegen. Of een product moet nieuw zijn, maar zelfs dan zijn er vaak al moodboards en voorbeelden van concurrenten waar je iets mee moet. Alles is zo over en overnieuw vormgegeven in dit kleine landje vol vormgevers, dat moderne aanstaande ouders voor het kaartje van hun dan nog ongeboren Vlinder, Storm of Beertje zelfs graag een moodboard zouden zien. Vlokkentestje zeg maar.
Voor het uitkiezen van het juiste lettertje, het kiezen van een leuk sfeertje en het een beetje lekker in elkaar zetten, heb ik 5 jaar op school gezeten. 5 jaar, daarin leren mensen vliegtuigen bouwen. Dat moet toch lukken. Ik wil geen pitch. Geen moodboard. Doe maar een goeie briefing! Daar gaat het nogal eens mis. Ik versta ze niet goed, de communicatiemeisjes van deze wereld. Hip willen ze altijd, krijg je weer zo’n moodboard vol Iphones, hippe scooters en andere shit. Dat is geen briefing, dat is onzin. Praat eens normaal.
Op een bruiloft van vrienden, ontmoette ik Frank Boeijen. Velen vinden hem verschrikkelijk (denk nie zwart, denk nie wit maar in de kleur van je haar). Tuurlijk hoor ik ook wel dat hij met een zachte ‘g’ zingt en vaak diepzinniger doet dan nodig is, maar toch.
Zijn liedjes waren, net als die van Herman van Veen (tetom pepom), de liedjes die we keihard meegalmden als we weer eens een studentenkamer van mijn broer stonden te schilderen of de broches figuurzaagden, die we verkochten op het strand.
"Zegh me ..... dat het niet zo is"
"Onderweg spuwden stuurlui, al hun gal..."
"Er lopen kletsnatte clowns in een optocht maar de mensen langs de kant ...."
Ongelofelijk hoeveel van die teksten, met bijbehorende gitaarakkoorden meestal, ergens op m’n harde schijf zijn opgeslagen.
Ik raakte met meneer Boeijen aan de praat en vertelde hem dat er één liedje was, dat we altijd zongen, waar ik écht niks van begreep; “Alle meisjes willen Bruno...”
Het zei ‘m niks. “Bruno!? Kun je het zingen?”
Dat kon ik.
“Alle meisjes willen Bruno, maar ik blijf liever alleen, liever alleen”.
Frank Boeijen moest lachen. Niet uitlachen om hoe ik zong, wat ook had gekund maar om de tekst.
Hij zong.
“Alle menschen werden brüder, maar ik blijf liever alleen, liever alleen”.
Nu ja, dat dus.
Vertel gewoon wat het probleem is, ik ben er voor opgeleid en heb bijna 20 jaar ervaring in hoe dat voor je op te lossen! Of zeg gewoon dat je hip wilt, daar heb ik ook mensen voor op de studio.
Dat brengt me op het andere punt van vanavond. Size matters.
Alleen kan haast niet, lijkt me.
De ontwikkelingen vliegen je om de oren, het vak verandert in razend tempo en om op mijn leeftijd met twee kids en een niet werkend linkerbeen nog überhip te willen zijn, lijkt me welhaast ondoenlijk.
Fijn van een studio is dat je die als een voetbalteam kunt samenstellen. Een spits, waar je als het op verdedigen aankomt geen zak aan hebt, middenvelders, verdedigers, allemaal even belangrijk. Ik keep dan wel of coach of speel zonodig een helftje mee. De punt naar voren en breed houden. Jaja.
En we hebben heerlijk discussies op de studio, ook fijn. Over de nieuwe Items ook natuurlijk. Chris vond ‘m mooi; “Ik vind het cool dat het er niet zo cool uitziet.” “Beetje te Rietveldie.” kreeg ie uit een andere hoek terug. Ik geloof dat het werkplaats typografie-ie is maar goed.
“Het is waarschijnlijk heel hip dit, onder onderwerpers.” Riep iemand. Ik keek om me heen, ruimte vol ontwerpers, die zouden dat toch moeten weten dan, maar de club kenners is nog kleiner blijkbaar. Prima, ik denk dat het helemaal goed is zo en als dit uit is, restyle je de boel gewoon weer.
Over dat size matters. Wat me wel een probleem lijkt voor groter groeien, is het geld. Een jaartje of 5 geleden, kon het niet op. Hadden we gemakkelijk naar 10 man kunnen groeien, dat heb ik toen niet gedaan omdat ik dan vanuit Arnhem, waar ik woon, al snel ‘de man die op woensdag het vlees komt snijden’ zou worden. Gelukkig nu. We zijn met z’n vier slash vijven en hoewel we die qua werkzaamheden hard nodig hebben, is dat iedere maand toch een hoop geld.
Veel opdrachtgevers uit ‘onze hoek’, de culturele hoek, moeten het met minder doen en leggen dat probleem vrij ongegeneerd bij mij neer. Wil je die en die leader voor ons maken, we hebben 4000 euro, belde de VPRO laatst. Ik heb het op die manier bij de bakker geprobeerd. Lukte niet. Maar de leader hebben we wel gemaakt.
Je kan wel zeggen dat je het niet doet en meer geld wilt, maar de dame die ik aan de lijn had, ging het duidelijk niet om de kwaliteit van ons werk. Ze had een ontwerper nodig, onze naam van de regisseur gekregen en de opdracht om niet meer dan de 4 mille uit te geven van haar meerdere. Anders gaat ze wel naar een ander. Wordt ie minder mooi, maar who cares.
Er zijn er genoeg. De sollicitaties stromen binnen. Eentje vroeg of hij vrijwilligerswerk bij ons mocht komen doen!? Ga bejaarden wassen of gebruik alsjeblieft een andere term. Tuurlijk is het enorm belangrijk wat we doen, maar vrijwilligerswerk, ik weet het niet.
Erger dan dat geld wellicht, crisissen komen en crisissen gaan, is de volledige digitalisering van het vak. Niks nieuws natuurlijk maar het gaat maar door. Wanneer kijk ik nog in die heerlijk gevulde boekenkast? Waarom nog een papieren archief? Waarom eigenlijk een Apple-winkel? Een ontwerpstudio is een ruimte vol mac’s waar iedereen strak naar zit te kijken de hele dag. Op de middelbare school van m’n oudste krijgen alle nieuwe brugklassers volgend jaar ipv een pakket schoolboeken, een Ipad. Vooruitgang, Tuurlijk, maar toch. Het verschil met de boekhouder wordt steeds kleiner. Dat wil je niet. Gelukkig lopen er weer een paar projecten die tekenend en schilderend worden opgelost, het ruikt naar verf op de studio, lijken we net echte creatieven.
Ik zat een keer in de trein aan ‘m’n boek’ te schrijven. (Ooit wil ik een roman hebben geschreven, columns als deze gelden voor de eeuwigheid nou eenmaal niet). Komt er een leuke vrouw tegenover me zitten.
Ik betrap me op de gedachte dat ik hoop dat zij denkt, dat ik schrijver ben. Niet iemand die in de trein het Excell-bestand, waaraan hij op kantoor heeft gewerkt, af moet maken.
Ik kijk filosofisch uit het raam en tik een regel. Serieus. Of dat het haar een worst zal zijn wat ik doe.
Even later, de dame tegenover me is inmiddels vertrokken, komt er een oudere vrouw naast me zitten. Ik ben bezig met een soort van seksscène. Ik zeg ‘een soort van’, want een echte lukt me helemaal niet. Durf ik niet. Hoewel ik best inzie dat het geschrift m’n computer waarschijnlijk nooit zal verlaten, zit er blijkbaar toch iets van schaamte.
Stel dat m’n moeder het leest.
Er komt wel weer een boekje aan. Keurige verhaaltjes. Mocht je geïnteresseerd zijn, geef dat ff aan op overburen.nl, dan weet ik of het zin heeft om ze in oplage te laten drukken of on demand of helemaal niet.
Iets ‘stiekum’ doen op je computertje, stiekememer nog dan het schrijven van een seksscene, wordt sowieso steeds moeilijker. “Word je niet gek van die Frank Sinatra?” mailde laatst een vriend. Hij had op Facebook gezien dat ik in Spotify een ellenlange playlist van the Voice had aan staan. Het geluid stond uit, bleek, anders was ik er zelf ook wel gek van geworden maar ik schrok wel van het mailtje.
90% van de mannen bezoekt wel eens een pornosite, hoorde ik op de radio. Ben ik meegerekend (bij die 10% dan natuurlijk)? Hoe komen ze aan die informatie en wie weten dat allemaal nog meer? Nu ja, het is ook een beetje hetzelfde als met de vrouw in de trein natuurlijk. Het zal de meesten allemaal een rotzorg zijn gelukkig, maar toch.
Goed, ik dwaal nu echt af.
De restyling van de Items lijkt me prima gelukt en het beste formaat voor een bureau is een man of 5. Hoppatee, ik heb gezegd.
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een mailtje naar de redactie.