"Ruisvrij" maar niet geruisloos
I.M. Wim Crouwel (1928-2019)
Wim Crouwel, zonder twijfel de belangrijkste naoorlogse Nederlandse grafisch ontwerper is gisteren op 90-jarige leeftijd overleden – een bericht dat je verwacht en dat toch schokt. In de bijna-eeuw van Crouwel is ontwerpen een vak geworden, en dat is voor een belangrijk deel zijn verdienste.
Als spiritueel gemotiveerde schilder ontpopte hij zich vanaf midden jaren '50 tot de orde-scheppende ontwerper, die, in het kielzog van geestverwanten in Zwitserland, het Functionalisme van nieuw elan voorzag. Als medeoprichter van Total Design in de jaren '60 werd hij ook boegbeeld van een alles omvattende – en door sommigen daardoor als totalitair bestempelde – ontwerpfilosofie.
Wim Crouwel zelf, nochtans, vergat nooit zijn 'spirituele' roots. Orde, systeem, overzicht, stramien – het stond alles ten dienste van een ten diepste humanistische en democratisch gedachte en bedoelde ontwerphouding, een dienstbaarheid aan zowel de mededeling van de opdrachtgever als de eigen interpretatieruimte van de recipiënt.
Maar te midden van die bijna zelf verloochenende bescheidenheid als ontwerper – die nogal in contrast leek te staan met het aplomb waarmee Wim regelmatig volk en vakgenoten voorhield wat 'vormgeving' is en niet is – was Wim Crouwel ook een poëet. Een minimalistische dichter, die met bijna niets grote schoonheid kon oproepen. Mijn favoriete voorbeeld daarvan zijn de kleine verdoezelingen van de hoekpunten van de letter die in zijn beroemdste affiche, "Vormgevers" (Stedelijk Museum, 1968), uit zijn eigen stramien lijkt te groeien. Had hij gewoon de vakjes gevuld, was het een bloedeloos ding geweest. Nu is het een meesterwerk, dat laat voelen waar consistentie en bezieling in elkaar overgaan – elkaar vitaal nodig hebben.
Ik heb veel van Wim geleerd. Misschien nog wel het meest dat een sterke overtuiging het best gedijt in een open geest. Daarin was en blijft hij een voorbeeld.
... reageer
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een mailtje naar de redactie.