Pal West

Roelien Plaatsman, 30 mei 2009

Puber Power in Pal West

Pal West. Voor een social design-project klinkt het heldhaftig, en het is dat ook. Vlakbij de Meervaart in Osdorp, in een verwaarloosd voormalig schoolgebouw waar het nog altijd ruikt naar zo’n typische mix van puberzweet en linoleum, werden sinds 2007 onder de vlag van de Stichting Pal West drie spannende ontwerpprojecten bedacht en uitgevoerd. Niet door professionele ontwerpers, maar door tieners uit de buurt.

Die tieners zijn scholieren die onder begeleiding van jonge ontwerpers in enkele maanden tijd een eigen modecollectie ontwerpen. Ze kiezen gezamenlijk een thema (verleden jaar ‘We Were Here’, dit jaar ‘REAL, Niet alles is wat het lijkt’) als uitgangspunt, en verzorgen bovendien de presentatie en het publiciteitsmateriaal rond de modeshow

Het idee is even slim als emancipatoir. Peik Suyling, een van de initiators van Pal West, legt uit. Het gedachtegoed achter Pal West gaat uit van het bottom-up principe. Mode is een designdiscipline die goed in de Nederlandse markt ligt. Jongeren zijn bijna per definitie met hun identiteit en de bijbehorende kledingcodes bezig, dus geef groepen jongeren van 14 tot en met 17 jaar van gemengd opleidingsniveau de gelegenheid een modecollectie te maken, en leer hen en passant wat daarbij komt kijken en hoe ze hun talenten en creativiteit in kunnen zetten om een doel te bereiken. (Een vorm van Design Thinking eigenlijk, waarbij leken zich ‘ontwerpend denken’ eigen maken en ook gebruiken buiten design-disciplines.) Geef daarnaast kansarme vrouwen de gelegenheid zich te scholen tot professionele naaisters in een naaiatelier, en daarmee het vooruitzicht op meer economische zelfstandigheid, bijvoorbeeld in kleine coöperaties onder de paraplu van Pal West. Zet hun ‘skills’ ook in bij het realiseren van de eigen projecten, zoals de Pal West-modeshows en opdrachten van derden. Een van de partijen waarmee Pal West aan tafel zit is de Dienst Werk en Inkomen, om zich te presenteren als een innovatieve leeromgeving voor deze vrouwen.
De Stichting Pal West Modeatelier is gebaseerd op vier componenten: experimenteren, leren, ondernemen en ontmoeten. Voor de leer-component werd aansluiting gezocht bij het ROC Amsterdam, dat de behoefte aan een impuls voor de eigen modeafdeling kenbaar had gemaakt. Het bleek echter lastig om de betrokken ROC-medewerkers te enthousiasmeren voor de aanpak van Pal West. Een managementwisseling bij de modeafdeling bemoeilijkte de aansluiting nog verder. Momenteel koestert de stichting de ambitie om te zijner tijd alsnog via het ROC Amsterdam gefinancierd en gecertificeerd te worden, en (wellicht bij wijze van Pal West-spin-off) workshops en een aanvullende opleiding aan te bieden. Vooralsnog blijft Pal West echter een buitenschoolse activiteit met de genoemde vier componenten als motor maar zonder duidelijke status.
Dat levert natuurlijk wel veel vrijheid op.

Basisvoorwaarde van Pal West is dat de jongeren het gevoel hebben dat ze werken aan iets van henzelf. Die vrijheid, benadrukt Peik Suyling, is erg belangrijk. De jonge ontwerpers die hen begeleiden zijn geselecteerd uit het netwerk van YD+I. Suyling: “Dat moeten goede ontwerpers zijn, maar ze mogen geen groot ego hebben. En ze moeten willen communiceren. Pedagogische of didactische ervaring is niet vereist maar het is natuurlijk handig als de ontwerpers affiniteit hebben met dit soort werk. Je kunt als ontwerper in dit project je eigen vraag meenemen, we werken veel met jonge mensen die op een punt van heroriëntatie in hun carrière staan. Zo’n fase zie je vaak een jaar of vijf na hun afstuderen. Oudere ontwerpers staan al verder af van de jongeren. Het is niet de bedoeling dat de ontwerpers spelen dat ze docenten zijn, al moeten ze wel de ambitie hebben iets uit de jongeren te halen. Het zijn de ontwerpers die iets willen verschuiven in hun beroepsinzicht, die relevantie voor hun vakgebied zoeken en nadenken over wat ze daarmee kunnen bijdragen aan de wereld.”
Diana Krabbendam: “Ze kunnen zich rond het thema mode bezighouden met dezelfde vragen als de jongeren: plagiaat en originaliteit, duurzaamheid en consumptie, religie, sociale issues, autoriteit. Er is niemand die tegen hen zegt wat ze moeten doen, maar de mate van inzet kan binnen de groep wel een hot topic worden als ze tot resultaten moeten komen.” Suyling: “De eerste weken is het altijd een soort apenkooi, dan vliegen ze alle kanten op en schilderen ze de muren van hun lokalen.

“De eerste weken is het altijd een soort apenkooi, dan vliegen ze alle kanten op.”

Wat er gebeurt komt bij de jongeren vandaan. Iedere groep worstelt tot nu toe op zijn eigen manier met de bottom-up-vorm. Het blijkt goed om in gesprek te blijven, dat maakt iedereen bewust van het proces dat ze doormaken. Ook de ontwerpers. Als jongeren voor onderzoek een buurt verkennen, zoals ze deden voor opdrachtgever Casa400*, doen ze dat anders dan ontwerpers, ze zijn onbevangener, zien ook andere dingen.”
Een student aan de Universiteit van Amsterdam doet nu veldonderzoek naar het effect van het project Pal West op de jongeren, die voor tachtig procent uit Nieuw West komen en voor de rest uit andere stadsdelen. Krabbendam: “De community blijft bestaan. Een gemotiveerd deel van de deelnemers komt terug om mee te doen aan opdrachten. Of ze kiezen voor een opleiding waar ze verder mee kunnen, stages.” Het gemengde opleidingsniveau werkt inspirerend, volgens Suyling. “Ze beïnvloeden elkaar, je ziet dat de hoger opgeleiden beter zijn in abstracter, meer conceptueel denken, en de vmbo-ers hebben meer praktische vaardigheden. Jammer is dat jongens moeilijk toegang vinden tot het project. Degenen die wel hebben meegedaan waren goed en betrokken, maar het zijn er erg weinig.”
Krabbendam en Suyling kijken met tevredenheid terug op de eerste twee jaar van Pal West. Krabbendam: “In 2007 bedachten de jongeren zelfs een eigen merknaam; het label Paul West. En het thema uit 2008, We Were Here, was gebaseerd op het achterlaten van sporen. Het is echt geweldig als je ziet hoeveel ze zelf bedenken en kunnen.”

Leerschool

De groep van het derde jaar is ten tijde van het gesprek op de helft van hun project. Op 9 mei moet hun modeshow plaatsvinden.
Bij een bezoek aan Pal West krijgen we een rondleiding door de lokalen waar gewerkt wordt aan de nieuwe mode- en accessoire-collectie en alles wat daaromheen moet gebeuren om de event gestalte te geven. De show moet binnen enkele weken plaatsvinden (de projectperiode is door een vermindering van de toegekende subsidie verkort van vijf tot vier maanden, waarin bovendien noodgedwongen veel vakantieweken vallen). De ontwerpers die de scholieren begeleiden houden de moed erin maar de meeste jongeren die we aantreffen lijken nog sterk in een verkennende fase te verkeren.
Ontwerpster Kirsten Voortman zit in het aan het modelokaal grenzende productie-atelier om met de vrouwen daar te werken aan kleding in opdracht van Ymere.
Voortman denkt met plezier terug aan de groep die zij in 2008 begeleidde, maar benijdt de huidige groep ontwerpers en scholieren niet nu de werkperiode met een derde is teruggebracht. “Het duurt even voor je echt een groep hebt. Het proces moet het werk doen, en als je minder tijd hebt moet je een steviger kader bieden. Maar dat is niet de opzet van Pal West. Dat het veel tijd kost heeft ook een keerzijde; je komt in zo’n periode weinig toe aan je eigen werk. Het is een keuze.”
Inmiddels werkt ze aan vervolgprojecten, zoals de “mini-Pal West” van een week, die ze samen met Tobias Krasenberg voor kinderen van vier tot twaalf jaar gaat organiseren voor KinderRijk, een grote naschoolse dagopvang in Amstelveen. “In zo’n korte tijd moet je natuurlijk veel meer structuur bieden, maar de achterliggende gedachte dat je iets uit jezelf haalt en naar een bewuster niveau brengt, is dezelfde. We gaan ieder een groep van ongeveer twintig kinderen begeleiden in iets creatiefs, en worden daarbij geholpen door een jongere die meedeed aan Pal West en door vier pedagogisch medewerkers.
Voor mij was Pal West een goede leerschool. Een paar jaar geleden studeerde ik af bij de afdeling Textielvormgeving aan de Rietveld. Ik heb nu veel bijgeleerd: het plannen van productie en budget, in sociaal opzicht zoals wat je moet delegeren en hoe je duidelijk moet laten weten wat er wel en niet kan, technische mogelijkheden.”
Ook Tobias Krasenberg, net als Kirsten afgestudeerd bij de Gerrit Rietveld Academie maar dan bij Grafisch Ontwerpen, voelde zich thuis bij Pal West. “Ik had al eerder gewerkt met druggebruikers en daklozen. Het is in zogenaamde social design-projecten interessant om te zien hoe ideeën van verschillende partijen samenkomen. Het resultaat staat misschien los van mooi maar het is altijd een product met een verhaal en betekenis. Ontwerpers en kunstenaars zijn op veel gebieden inzetbaar. Mooi tekenen kunnen wel meer mensen, ik vind het belangrijk dat het ergens over gaat.”
Beiden zien toekomst voor Pal West naast de soortgelijke projecten die als paddestoelen uit de grond komen. Krasenberg: “Je ziet steeds meer projecten die erop lijken. Bij Pal West ligt de focus op het ontwerpproces, de begeleiders zijn ontwerpers, geen pedagogisch werkers. De bedoeling is hier niet om de jongeren op een leuke manier van de straat te houden, ieder project is gericht op de identiteit van de kids, ze hebben allemaal hun eigen verhaal bij hun ontwerp. Wie weet kunnen we op den duur scholen dit soort projecten aanbieden.

“Tijdens zo’n ontwerpproces zie je dat er echt levens aangeraakt worden.”

Tijdens zo’n ontwerpproces zie je dat er echt levens aangeraakt worden. Daarin is Pal West ook anders dan bijvoorbeeld Streetlab, daar maken ze zelf niks, ze krijgen veel meer aandacht van de pers maar inhoudelijk stelt dat minder voor.”

Geschiedenis

Initiatiefnemers van de Stichting Pal West Modeatelier waren Peik Suyling en Dennis Lohuis. Suyling (voormalig hoofddocent Industrieel Ontwerpen aan de Gerrit Rietveld Academie) wilde met zijn inmiddels uitgebreide netwerkorganisatie Young Designers + Industry (YD+I) een creatieve bijdrage leveren aan de talentontwikkeling in het als achterstandsbuurt aangemerkte Amsterdam Nieuw-West. Woningcorporatie en stadsontwikkelaar Ymere werkte aan een programma om de leefbaarheid en kwaliteit van die buurt te verbeteren en wilde in het kader daarvan graag samenwerken met YD+I, onder meer door het lege schoolgebouw ter beschikking te stellen waarin Pal West de afgelopen jaren gehuisvest was. Binnenkort verhuist Pal West naar een verdieping in een voormalige garage om de hoek, Garage Notweg, die een nieuwe bestemming kreeg als creatieve hotspot voor social design. Daar kunnen, in een meer permanente en publieke omgeving, de komende vijf jaar de activiteiten van de modeatelier en het modebedrijf voortgezet en uitgebouwd worden. (Toepasselijk detail: de jongeren ontdekten de garage tijdens hun zoektocht naar een geschikte locatie voor hun modeshow in 2007.)

Diana Krabbendam(oprichter/partner van designconcept-ontwikkelaars The Beach en van 2004 tot en met 2008 hoofdredacteur van Items) werd in 2006 aangetrokken als directeur van de stichting. Dit jaar en drie intensieve projecten later, treedt ze terug uit die functie. Ze blijft als consultant betrokken bij Pal West.

De Stichting Pal West Modeatelier maakt dit jaar een doorstart naar een duurzamere vorm van sociaal ondernemen. Voorlopig blijft de organisatie afhankelijk van sponsoring en subsidie, maar “de sociaal ondernemende omgeving zal een groeiende component vormen”, aldus Peik Suyling. De bedoeling is dat al ondernemend het groeiende maatschappelijk rendement ook economisch rendement gaat opleveren, in ieder geval zoveel dat het project kostendekkend is. Maar Pal West moet geen conglomeraat van ondernemingen worden: “Het blijft in de eerste plaats een kraamkamer van conceptjes.”

“Het blijft in de eerste plaats een kraamkamer van conceptjes.”

Academie in het klein

Op de terugkom- en wervingsmiddag voorafgaand aan de derde editie van Pal West, half december, komen welgeteld drie jongeren opdagen: twee Marokkaanse meisjes, deelneemsters aan de tweede editie, en in hun kielzog een zwijgzame jongen die, schuchter weggedoken in de kolossale bontkraag van zijn parka, zijn interesse in deelname uit.
Zich verontschuldigend legt mede-initiator van Pal West Dennis Lohuis (van Young Designers + industry) de magere opkomst uit als een van de wetmatigheden van het project: jongeren zijn snel enthousiast te krijgen, maar van daadwerkelijke toewijding – zoals actieve deelname aan de wervingsmiddag – is zelden sprake. Dat is een van de redenen om een kleine maandvergoeding van € 100,- aan de jongeren te betalen: op die manier kunnen ze, indien nodig, onder lichte druk worden gezet om consequent op te komen dagen.

Een paar maanden later, midden in het intensieve proces voorafgaand aan de eindshow, zijn er beduidend meer jongeren aanwezig. Verdeeld naar interesse werken ze aan verschillende onderdelen van het project. De modegroep, met zeven meisjes en een jongen de grootste groep, lijkt de meeste ambities te koesteren. De deelneem(st)ers, van wie het overgrote deel van Nederlandse komaf is, hebben zich allemaal specifiek vanwege het modeaspect voor Pal West ingeschreven. Stuk voor stuk waren ze al vóór dit project in mode geïnteresseerd, en het grootste deel wil in de mode verder, via mode- of kunstopleidingen van verschillende niveaus, bijvoorbeeld het AMFI of de Artemis Styling Academie, beide in Amsterdam. Een enkeling noemt de Gerrit Rietveld Academie. De ervaring van Pal West dient voor hen dan ook als voorbereiding op dat traject, als basis voor een portfolio: ze doen zeer prominent voor hun eigen ontwikkeling mee. Hoewel het, voegen twee meisjes daar op zachtere toon aan toe, sommige van de andere deelneemsters vooral om het geld te doen is.
Ook het groepje dat zich met de grafische vormgeving rondom het project bezighoudt is ambitieus, zij het minder duidelijk omlijnd dan de modegroep. Ook hier behoort een kunstacademieopleiding tot de dromen, en ook deze meisjes werden al vóór de aanvang van Pal West door de creatieve wereld aangetrokken.
De meest mediagenieke groep, in elk geval wat samenstelling betreft, is tegelijkertijd het meest ongrijpbaar. Deze accessoiregroep, die zich nu nog vooral bezighoudt met experimenten en materiaalonderzoek, bestaat uit louter Marokkaanse meisjes. Die scheiding in culturen wijten de begeleidende ontwerpers vooral aan een verschil in ambitie: de jongeren uit de mode- en grafische groep weten heel duidelijk waar ze aan beginnen en wat ze uit het project willen halen. De meisjes uit de accessoiregroep zijn wat passiever in hun opstelling, en hebben meer sturing en input nodig.

Kiki van Caspel, scholiere in 5-VWO en deelneemster aan de tweede editie, was al een beetje met mode bezig voor ze aan Pal West begon. Deelname aan het modeatelier gaf een flinke impuls aan haar interesse, en Kiki krijgt zelfs nog technische naailes van haar Pal West-projectbegeleidster ontwerpster Kirsten Voortman. Hoewel het vak haar interesseert, weet ze niet zeker of ze voor altijd fulltime met mode bezig zou willen zijn; ook de toneelschool behoort voor haar tot de keuzemogelijkheden.
Lotte de Peuter, net als Kiki participant van de tweede editie van Pal West, en eindexamenscholier op de middelbare school, koos inmiddels al wel voor een ontwerpopleiding, grafische vormgeving aan het mediacollege. Ze prijst Pal West vooral omdat het haar een andere blik gaf, en veel vrijer over mode deed denken. De vele gesprekken die ze met andere deelnemers voerde rondom de vraag wat mode nu eigenlijk om het lijf heeft, leverden zoveel inspiratie op dat Lotte ook aan de derde editie meedoet. Voor de eindshow wil ze een boekje met citaten en bevindingen samenstellen.
Pal West heeft een duidelijke invloed gehad op Lotte; hoewel ze al vóór deelname creatief was, gaf de kennismaking met mode een onmiskenbare draai aan haar carrièrekeuzes. Net als Kiki is ook Lotte in toneel geïnteresseerd, en in de periode dat ze bij het modeatelier zat, ging ze ook naar de jeugdtheaterschool, om uit te zoeken wat ze later wilde.
De veelheid aan activiteiten die binnen het proces van Pal West kunnen worden ondernomen speelt voor wel meer deelnemers een katalyserende rol: een van Lottes ‘generatiegenoten’ wil nu fotograaf worden, een ander wil richting grafische vormgeving doorstromen. Het modeatelier is daarmee niet alleen een voorbereidende stap in de aanloop naar een creatieve opleiding, waarbij ervaring wordt opgedaan en de grondslag voor een portfolio wordt gelegd. Het probeert tegelijkertijd een verzameling van verschillende facetten van het ontwerpvak tentoon te stellen: een kunstacademie in het klein. - Robbert van Strien (kader)
 


 

... reageer