Joost Overbeek: Designprijzen
Items Live #5
Over prijzen. Jazeker, daar heb ik wel wat over te melden en dat heb ik al wel eens gedaan ook overigens. Ik vind het gedoe. Onzin. Nou vind ik dat van vrij veel, maar in dit geval weet ik ook nog waarom.
Er ligt een misverstand aan ten grondslag. Of een ieder geval een verschil van inzicht. Ik weet vrijwel zeker dat de meeste zojuist afgestudeerden, om het andere onderwerp van vanavond ook maar ff mee te pikken, het niet met me eens zullen zijn overigens bij het komende betoog.
Geeft niks.
Voor alle duidelijkheid, ik spreek nu vooral even voor m’n eigen vakgebiedje. Het grafisch ontwerpen. Wij zijn geen kunstenaars, ook geen halve. Gewoon niet. We hebben een opdrachtgever met een probleem of een vraag en wij zijn er voor opgeleid om die voor en/of met ‘m op te lossen. Wat niet wil zeggen dat de klant altijd koning is, helemaal niet. Maar je werkt voor hem, of haar en niet voor jezelf.
Er zijn ook grafo’s die kunst maken. Affiches die je niet kunt lezen, boeken die nergens over gaan, filmpjes of animaties over de makers of iets waardoor ze geobsedeerd zijn of gewoon onzin. Dat laatste maak ik mezelf graag schuldig aan. Dat is allemaal heel leuk, maar dán hebben we het over kunst of hobby, zo je wilt, maar niet over het vak grafisch ontwerpen. Deze kunstenaars zouden elkaar prijzen kunnen geven voor het werk op zich. Welke is het mooist, het hipst of het meest vernieuwend.
Voor mij als ontwerper en mijn collega’s ligt dat anders. Dat is altijd appels met peren vergelijken omdat de vraag die opgelost diende te worden niet hetzelfde was. Een huisstijl met een boekomslag vergelijken slaat dan ook nergens op. Een affiche met een vaas nog minder, er zijn ook prijzen die dat doen.
Ooit was ik genomineerd voor de Gelderse vormgevingsprijs. Met m’n julidans-affiche. Ik woonde net in Arnhem. Was er een avond georganiseerd waar de genomineerden hun ontwerp konden toelichten. Hartstikke leuk. Toen iedereen geweest was, werd er nog wat gedronken. Er kwam een wat oudere dame naar me toe lopen. Ze vond dat ik een leuk verhaal had gehouden en dat ik een mooi affiche had gemaakt. Maar ik begreep toch wel dat een affiche nooit van een fiets zou kunnen winnen... ja dat begreep ik.
Meestal winnen overigens dingen die gemaakt zijn voor interessante opdrachtgevers. Holland festival, een museum of iets met architectuur. Dat zegt dus meer over de vraagsteller dan over de ontwerper.
Zelfs als het te beoordelen gebiedje kleiner wordt gemaakt; de theaterafficheprijs of het best verzorgde boek, blijft het om eerder genoemde redenen een oneerlijk vergelijk. Reine Claude met Goudrenetten, zeg maar.
Het best verzorgde boek verwarde ik in een eerdere column met ‘de best getimmerde hoogslaper’, ik vind dat ook een ontzettend stompzinnige prijs. Dat is ons vak, om een boek goed te verzorgen. Het is ons geraden. Je gaat een tandarts geen cheque voor de bestgevulde kies uitreiken. Het gebeurt wel, zulke prijzen maar dan kom je in de categorie lekkerste oliebol of beste rookworst. Het certificaat hangt achter de toonbank zoals de ADCN-lamp op het bureau van de art director prijkt.
Mijn vrouw zit in een heel ander vakgebied. Zij lacht me wel eens uit als wij weer eens te interessant over onszelf doen. Zo las zij ooit dat het hoofd van de jury van de theaterafficheprijs, tevens de winnaar was en vraagt ze steevast, als ik een uitnodiging of een of andere kaartje voor haar praktijk heb gemaakt, of ik dat voor de ‘beste uitnodiging of andere kaartjes-award’ ga insturen. Dit waarschijnlijk omdat ze in één van mijn, op het toilet terechtgekomen designblaadjes leest over prijzen voor jaarverslagen, briefpapieren en zelfs visitekaartjes.
Publieksprijzen, zou ik me nog voor kunnen stellen.
Of gewoon harde cijfers. Bij reclames bijvoorbeeld. Niet welk filmpje ‘het leukst’ is, over geen smaak valt niet te twisten, maar hoeveel pakken er extra door verkocht zijn. Daar gaat het toch om?!
Het komt allemaal door dat woordje ‘kunst’ in kunstacademie en ‘toegepaste kunst’. Op die kunstacademie word je verteld dat ‘jouw werk’ authentiek, origineel en vernieuwend moet zijn. ‘Een integere ontwerper’ was een tijdje zo’n onzinnig modieuze term.
Eén keer ben ik het geweest maar dan op een hele andere manier dan waarschijnlijk bedoeld. Na een feestje van de BNO had ik met een stel bevriende ontwerpers afgesproken nog wat te gaan eten onderweg terug naar huis. Bij het uitparkeren op de grote parkeerplaats, raakte ik een andere auto. Mijn collega’s hadden niks gezien en reden door. Ik wilde er snel achteraan, keek om me heen of niemand het gezien had en reed weg. Toen we bij de van der Valk in Breukelen stopten, zag ik dat m’n hele achterspatbord aan gort lag en dat ik de ander dus flink geraakt moest hebben. Shit, die was ook op dat feestje, ook een ontwerper, ook zo’n arme sloeber. De volgende ochtend heb ik Rita van de BNO gebeld en het opgebiecht en uitgelegd. Ze moest er hartelijk om lachen en zei ineens te begrijpen wat er met integere ontwerper werd bedoeld. Een sukkel met schuldgevoel. We bedachten een advertentietje in de vormberichten maar ik heb er nooit meer iets op gehoord.
Anyway.
Grafisch ontwerpen heeft naar mijn mening dus werkelijk niets met kunst te maken. Dat is geen waardeoordeel. Ik kan over het algemeen meer van vormgeving genieten dan van kunst. Het één is autonoom, het andere niet, dat is het verschil. Acteurs zijn ook geen kunstenaars, balletdansers niet, orkestleden niet. Leraren ook niet. Daar is echter ook vaak de kunstacademie het probleem. Mensen van de lerarenopleidingen aan kunstacademies vinden het vaak lastig om voor de klas te gaan staan omdat ze daar ‘hun ding’ niet genoeg kunnen doen.
Toch pleit ik er niet voor om naar een meer bij het vak passende opleiding te verhuizen. Waar kunstenaars en de andere creatieven die voor het woord kunst zijn gegaan, voor inspiratie kunnen zorgen zouden communicatie meisjes ons wel eens alle creatieve gedachtes kunnen ontnemen. Daar ligt ook een cultuurverschil aan ten grondslag. De meeste mensen op kunstacademies zijn daar door hun tekenleraar heengeadviseerd, communicatie ga je doen als je niks anders weet.
Het zou al schelen als het vakkenpakket een wat lager kunstgehalte zou krijgen. Kunstgeschiedenis, zelfportretten, modeltekenen. Het is bij het ontwerponderwijs gaan horen. We leren meer over de Egyptenaren dan over het ontstaan van de boekdrukkunst. In de sollicitatiemappen van stagieres of net afgestudeerde baanzoekers tref je dan ook meestal een hoop ‘kunst’ aan. Liever vind ik in zo’n map een paar goeie ideeën, wat mooie oplossingen en verstand van typografie. Als je graag portrettekent, van je af schildert of musea bezoekt moet je dat vooral doen. Helemaal goed, net als muziek maken of dansen of je op wat voor een manier dan ook uiten. Op de studio maken we er weinig gebruik van echter, dus...
De, ‘je moet doen wat bij je past en wat je leuk vindt’- mentaliteit kon het sowieso wel eens moeilijk gaan krijgen de komende jaren. Van veel beroepen zijn er gewoon domweg te over, van andere te weinig. Het is wel zo eerlijk om iemand van 18, die pak ‘m beet illustratrice of moderne mimer wil worden, te vertellen dat je dan wel verdomd goed moet zijn en er stevig tegenaan moet om daar je brood mee te kunnen verdienen in dit rechtse tijdperk.
Laatst kwam een goede vriendin van ons met haar dochter van 19 eten. Ontzettend leuk meisje, atheneum afgemaakt, wereld aan de voeten zou ik zeggen.
‘Wat ga je doen?’
‘Heao communicatie’
Zonde toch?!
Ik kreeg de neiging om haar, als ouwe lul, te vragen, of het niet slimmer zou zijn, te kijken waar we de komende decennia behoefte aan hebben. Aan communicatieadvies? Aan illustraties? Aan nieuwe modellen koffiezetapparaten? Lampen? Peper-en zoutstellen? Affiches?
Tuurlijk niet.
TU Delft, iets medisch, verzorging, hardcore kennis, zeg ik dan. Nobelprijzen. Daar heb je wat aan. Voor de wetenschap, de literatuur, de vrede. Tekent een best verzorgd theateraffiche toch schril bij af, niet!?
Het is wel een beetje flauw. Ik begrijp. Het is ook gewoon fijn elkaar zo nu en dan wat veren toe te dienen. Prijsje, feestje, publicatietje. Misschien werkt het ook wel naar de buitenwereld. Zoals in de reclame je uurloon van de hoeveelheid gewonnen lampen afhangt. Laten we anders, met z’n allen, 1 prijs doen; ‘de lekker bezig-award’. Je kent dat gevoel vast ook. Dat je, bijvoorbeeld, de items doorbladert en bij iemands werk denk ‘poeh, die is lekker bezig!’
En dat je moet worden waar behoefte aan is, is ook betrekkelijk. Humor, schoonheid, verwondering doet meer voor de wereld dan asfalt en meer blauw denk ik.
Maar toch.
Laat me dan in ieder geval met een stukje moraal eindigen. M’n opa was dominee per slot van rekening. De mooiste prijs die je als ontwerper kunt krijgen is een tevreden opdrachtgever....
Yaaaagh, sorrie!
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een mailtje naar de redactie.