fusie NAi, Premsela, Virtueel Platform
Instituut voor Creatieve Industrie naar Rotterdam
Een definitieve naam is er nog niet en ook is nog niet bekend wie het in oprichting zijnde instituut voor Creatieve Industrie gaat leiden, maar wel is bekend dat de instelling zich in Rotterdam zal vestigen.
Vorig jaar droeg Halbe Zijlstra, de Staatssecretaris van Cultuur, het Nederlands Architectuurinstituut, Premsela en het Virtueel Platform op om met ingang van 2013 te fuseren tot instituut voor Creatieve Industrie. De drie instellingen gingen meteen aan de slag, want het beleidsplan 2013-2016 moet begin februari worden ingediend bij de Raad voor Cultuur, die over een paar maanden advies zal uitbrengen aan de verantwoordelijke bewindspersoon.
De Volkskrant berichtte vorige maand dat de fusie-onderhandelingen stroef verlopen. Daarom is Bart Drenth, directielid van het Utrechtse organisatie-adviesbureau Berenschot, aangetrokken om als kwartiermaker het fusieproces te begeleiden. "Het interessante aan deze fusie is dat je de samenhang tussen alle ontwerpdisciplines beter kunt benutten zonder dat dit ten koste gaat van de afzonderlijke disciplines", zegt Drenth. "De creatieve industrie kent een veelheid aan vormen, waartussen de grenzen niet altijd scherp zijn te trekken. Ik denk dat in het grotere geheel de subdisciplines, van landschapsarchitectuur tot en met mode, nog beter tot hun recht kunnen komen."
Men heeft nog geen beslissing genomen of de namen NAi, Premsela en Virtueel Platform gehandhaafd worden. De staatssecretaris schreef in zijn cultuurnota dat het uitgangspunt bij de fusie is dat "de kracht en de sterke merken van de instellingen behouden blijven, net als de zichtbaarheid van de afzonderlijke disciplines architectuur, vormgeving en nieuwe media." Met name bij het NAi zal men aan de naam hechten, want het instituut en het museum hebben een goede internationale reputatie opgebouwd.
De keuze voor Rotterdam als vestigingsplaats van het nieuwe instituut lag voor de hand, want het NAi beschikt met zijn onlangs gerenoveerde gebouw over zowel goede kantoor- als tentoonstellingsruimte. De gemeente Amsterdam heeft het nakijken, want de hoofdstad zal twee landelijke sectorinsituten verliezen: Premsela en het Virtueel Platform. Als zij haar bijna tien jaar geleden gedane belofte een designmuseum aan de Zuidas op te richten was nagekomen dan hadden de kaarten waarschijnlijk anders gelegen. De verantwoordelijke Amsterdamse wethouder Carolien Gehrels ziet dit echter anders. Zij vindt dat de creatieve steden in Nederland moeten samenwerken, want Nederland is te klein voor een concurrentiestrijd tussen die steden. "De vijf creatieve steden, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Arnhem, zijn als de vijf vingers aan een hand." Iedereen mag zelf uitmaken welke stad nu de middelvinger kan opsteken.
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een mailtje naar de redactie.