Redactioneel no.4/5, 2009

Max Bruinsma, 17 oktober 2009

Relaties

De redactie is trots dat ze, door het in eigen hand nemen van het merk dat Items ook is, de onafhankelijke koers van het blad kan waarborgen en versterken.

Vlak voordat het vorige nummer van Items uitkwam, ging onze uitgever failliet. Eigendom van drukkerij Flevodruk Harderwijk, die omviel. De kredietcrisis was ineens erg voelbaar. Een van de minder belichte, maar ook voor Items zeer actuele verschijnselen die de crisis begeleiden is dat van de doorstart. De drukkerij is overgenomen door Plantijn Caspari in Zwolle, en uitgeverij d’jonge Hond is zelfstandig doorgestart, evenals Items. Een 27 jaar oud tijdschrift is meer dan een blad – het is een begrip geworden, en de redactie is trots dat ze, door het in eigen hand nemen van het merk dat Items ook is, de onafhankelijke koers van het blad kan waarborgen en versterken. Renny Ramakers: “Als je zelf gaat produceren wordt het belangrijk dat je een merk hebt.”

Met de overname van de titel is de redactie, vertegenwoordigd in de Stichting Design Items, ook verantwoordelijk voor het verder uitbouwen van de activiteiten van Items. Inhoud, vormgeving, publishing en marketing van het blad worden nu meer dan voorheen door één team gemaakt. Dat wil ook zeggen dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze inkomsten. Ron Kaal: “De redactie is vooral pragmatisch. De nieuwe leden, ‘de advocaten, makelaars, uitgevers, belastingadviseurs, communicatiestrategen, NV’s en BV’s’ worden opgeroepen vooral te adverteren.” Ik wil daar geen doekjes om winden; Items heeft meer dan ooit de steun nodig van abonnees, adverteerders, partners en relaties. We zijn verheugd en dankbaar dat vele spelers in het Nederlandse culturele ‘veld’ van het ontwerpen, waaronder de Mondriaan Stichting, het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Stichting Pictoright, Premsela en de BNO, Items actief ondersteunen en ik hoop dat onze lezers en adverteerders me vergeven als ik hierbij voor één keer ook hen schaamteloos vraag om hun loyaliteit – en hun geld. Anouk Vogel: “Het is deze schaamteloze eenvoud die ik zo aantrekkelijk vind...”

Voor het overige gaan we natuurlijk gewoon verder met waar we goed in zijn, het maken van het beste designtijdschrift van Nederland. Een cultureel tijdschrift over design dat ook oog heeft voor de maatschappelijke effecten van ontwerp en productie, want ontwerpers hebben daarin een steeds grotere verantwoordelijkheid. Gunther Rambow: “Designer sind Sozialfürsorger für die Gesellschaft.” Ontwerpers leggen niet alleen relaties tussen producten en mensen, maar ook tussen mensen onderling. Dat aspect van design is op de keper beschouwd belangrijker dan de vorm van een product, hoe interessant en betekenisvol vormgeving op zich ook kan zijn. Andrew Blauvelt: “Wat kunnen we leren van hoe mensen in de alledaagse werkelijkheid met door ons ontworpen objecten omgaan en leven?” Van steeds groter belang is ook de realisering dat producten niet op zichzelf staan, maar verbonden zijn in een complex netwerk van relaties dat de grenzen van elke designdiscipline overstijgt. Het mag al zo’n twintig jaar theoretisch gemeengoed zijn dat begrenzende termen als discipline, functie, marktsegment, materiaal en stijl geen recht doen aan de grensoverschrijdende karakteristiek van elk ontwerpen, de praktijk denkt nog steeds graag in hokjes. Chris Reinewald: “Ondertussen vraag je je steeds meer af of het niet achterhaald is geraakt om kunst louter op basis van een overeenkomstig materiaal in een boek te bundelen.” Een grotere nadruk op het ‘relationele’ aspect van ontwerpen treedt echter per definitie buiten die compartimenten. Dergelijke concepten – relationeel, situatief, contextueel, collaboratief – geven een ander perspectief op het ontwerpen als sociale activiteit, naast de functionele en esthetische activiteit die het ook is. Arno van Roosmalen: “Kunstenaars en vormgevers hebben veel te bieden waar het gaat om het verschuiven van kaders en het doen kantelen van de blik.” Het ontwerpen van gedrag, het ¬redesign van sociale conventies en het vormgeven aan samenwerkingsverbanden – kort gezegd, het ontwerpen van sociale interfaces – komt dan aan de oppervlakte, niet alleen als onderwerp van design maar ook als thema voor ontwerpkritiek. Ed van Hinte: “Het ontwerpen van spelregels en eenvoudige speelobjecten kan helpen om de fysieke kwaliteit van ruimtelijke interfaces te verbeteren.” Items wil zijn bijdrage leveren aan het verder ontwikkelen van een dergelijke kritiek, ook in aansluiting bij de recente kritische traditie die op het grensgebied van de kunsten en de sociale wetenschappen is ontstaan. Ook in de praktijk wordt Items ‘socialer’, door naast het tijdschrift ook andere activiteiten te ontwikkelen, die tot een grotere en meer betekenisvolle interactie tussen onszelf, onze lezers, het ontwerpveld en de maatschappij als geheel moeten leiden. Niet om het laatste woord te hebben, maar om meer dan ooit kritisch deel te nemen aan een open, nooit eindigend proces, dat in de loop van de tijd niet alleen onze spullen maar ook onze samenleving vorm geeft. Jan Konings: “Ik denk zelfs dat het beter werkt om iets níet voor honderd procent uit te ontwikkelen en gaten in je onvolmaaktheid te laten zitten. De tijd vult ze wel in.”
 

... reageer