Bewaar Me (Niet)
Karin van der Heiden doet voor Items verslag van het symposium Bewaar Me!
In de afgelopen jaren is ontegenzeggelijk veel gebeurd rond het Nederlandse vormgevingserfgoed. In 2002 voerden Wim Crouwel, Timo de Rijk, Eng Bo Kho (zoon van Kho Liang Ie) en ondergetekende, onder leiding van Christine de Baan, in de Unie in Rotterdam een gesprek over de noodzaak van een verzamel- en presentatiebeleid. We concludeerden dat als we ook maar iets van het rijke verleden van de Nederlandse vormgeving willen bewaren, dit onderwerp toch eerst ‘op de kaart gezet’ moest worden.
Dat de vormgevingsarchieven daar inmiddels op staan lijkt een feit, zo bleek op de conferentie Bewaar Me die op vijf november door Premsela, Erfgoed Nederland en de Mondriaanstichting in Rotterdam werd georganiseerd. Op het voor veel geld gerestaureerde Stoomschip Rotterdam werd door ruim tweehonderd gasten de volgende stap gezet; namelijk nadenken over de vraag ‘Wàt willen we eigenlijk bewaren?’
Het vinden van een ‘toekomstbestendige strategie voor archiveren’ was de inzet van deze conferentie. Waarbij duidelijk bleek dat de focus is verschoven van ‘redden wat we redden kunnen’ naar ‘betekenisvol bewaren’. Zo pleitte Design Cultures professor Timo de Rijk ervoor om beter te kijken naar relevante thema’s uit de Nederlandse ontwerpgeschiedenis. ‘Dutch design history’ blijkt namelijk – bewijst onderzoek uit het buitenland – veel verder te reiken dan het verhaal van enkele belangrijke ontwerpers.
Archiefprofessor Charles Jeurgens merkte terecht op dat samenwerking tussen musea, bibliotheken en archieven noodzakelijk is om het toekomstige erfgoed te bewaren en betekenis te geven. Ik zou daaraan toe willen voegen dat ook de ontwerpsector zelf de verantwoordelijkheid moet nemen voor het bewaren van de eigen geschiedenis. Het ‘over de heg gooien’ van een archief op het moment dat de situatie nijpend wordt kunnen we ons niet meer permitteren. De zorg voor een archief kost tijd, geld en inspanning en de overheid is vooralsnog niet van plan daar volledig in te (blijven) voorzien.
De eigen verantwoordelijkheid is nog relevanter waar het de (toekomstige) digitale archieven betreft, een probleem dat Jeurgens terecht aanstipte maar waar relatief weinig aandacht aan werd besteed. Digitale bestanden vragen zorg vanaf de eerste dag van hun bestaan. Wordt hen die onthouden dan reikt de levensverwachting, door corruptie en veroudering, niet verder dan vijf jaar. En dat maakt de vraag ‘Wat willen we bewaren?’ over tien jaar al overbodig.
Wil je reageren op dit artikel? Stuur een mailtje naar de redactie.