I.M. Marten Jongema

Max Kisman, 11 april 2011

Max Kisman herdenkt een vriend

Meer dan collega's waren grafisch ontwerpers Max Kisman en Marten Jongema vrienden. Ze leerden elkaar kennen bij drukkerij SSP waar veel en vaak koffie werd gedronken en gepraat. Voor Paradiso werkten ze samen aan de affiches. "Ik probeerde wel eens iets van hem uit en hij van mij, om er vervolgens achter te komen dat het speciaal was wat de ander deed."

Enkele weken geleden vond ik op het Waterlooplein een programmaboekje voor Wim Sonneveld’s “De Kleine Parade” uit 1969. Niet alleen door de titel, maar ook door het lettertype, plaatjes en lay-out moest ik aan Marten denken. Echt iets voor hem. Misschien had hij er wat aan. Na terugkomst uit Londen begin april zou ik het hem sturen of brengen.

Meer dan collega’s waren we vrienden. We hebben elkaar leren kennen bij drukkerij SSP in de Langestraat in Amsterdam. Misschien nog wel eerder. Hij verzorgde toen het drukwerk voor Crea. Ronald Timmermans en ik maakten politieke fotomontages die daar werden gedrukt. De drukkerij verhuisde naar de Kostverlorenkade. Wij verhuisden mee. We dronken hun koffie, kopieerden op hun machine, stonden aan de pers. Marten had een sterk gevoel voor stijl en esthetiek. Hij was serieus in zijn streven naar kwaliteit, maar ook grappig en relativerend. We deelden onze liefde voor het tekenen. Het was een basis voor gesprekken en discussies. Hij had een goed gevoel voor de lijn. Een zacht potlood, langzaamdraaiend als hij soms wat meer, soms wat minder druk op de stift uitoefende en doelbewust de lijn trok. Dat is het beeld dat ik van hem heb. Zo heeft hij in 1982 de belettering voor Vinyl 12 gemaakt. Weliswaar later sterk uitvergroot om het een monumentaal karakter te geven. Daar hielden we toen van. Beide waren we affichemakers. Volkomen verschillend, maar er vond een goede uitwisseling plaats toen we samen voor Paradiso werkten. Ik probeerde wel eens iets van hem uit en hij van mij, om er vervolgens achter te komen dat het speciaal was wat de ander deed. De typografie was voor hem niet, of veel minder, belangrijk. Dat vond ik soms jammer. Veel meer dan ik was hij een romanticus. En hij was grappig. Zijn humor combineerde hij met passie en betrokkenheid in zijn vakmanschap als beeldenmaker. Zowel het voor de handliggende als het abstracte wist hij om te toveren tot poëzie in beeld. De Red Hot Chili Peppers in Paradiso of La Chamoule in Grenoble. De lange reeks voor Boulevard of Broken Dreams en de Parade. De programma’s voor de Brusselse Opera.

Onze levens gingen verschillende kanten op maar we bleven vrienden.

Wat ik me blijf herinneren zijn de koffiesessies bij SSP, het delen van de kortstondige werkruimte op de vierde etage in Paradiso met de oude reproductiecamera van Peter Koring. Ook zijn “Oehoe Papier is op” 25-jarig jubileumboekje en “Wie kent wie via wie” van SSP. De geboorte van zijn zoon Mees. Rob Schröder, hij en ik een dag als De Querulanten op de Kampense kunstacademie. Mijn trouwkaart die hij met Annaleen Louwes maakte (en mijn vrijgezellenavond...). Calvados en gesprekken bij de openhaard in zijn huisje in het Noord-Franse Merle. Het kleine oesterfeestje op zijn dakterras vlak voor de tragische dood van zijn geliefde Carli. Zijn uitnodiging om aan de zomertentoonstelling in 2005 in het Stedelijk deel te nemen. De publicatie van het Paradiso posterboek. Mijn laatste korte bezoek aan hem in december. Hij vertelde toen dat hij weer was gaan tekenen. De volgende keer zouden we daar verder over praten. Het heeft helaas niet zo mogen zijn. Ik zal hem missen.

 

Marten Jongema met collega Carolien Glazenburg in het Stedelijk bij het inrichten van de zomer tentoonstelling, 2005 

Affiche voor Centre Choréographique Nationale de Grenoble, 1997

Affiche voor Red Hot Chill Peppers in Paradiso, 1990 

... reageer