Mal 1956

Marc Vlemmings, 18 juni 2012

Eames Lounge Chair als tuinstoel

De Eindhovense ontwerper Bob Copray heeft de Lounge Chair and Ottoman van Charles Eames omgevormd tot kunststof tuinstoel. De fauteuil met het voetenbankje wordt al meer dan vijftig jaar door Herman Miller en Vitra geproduceerd en is een van de iconen van het Amerikaanse design. Staan zij de tuinstoelvariant toe?

Mal 1956, zoals de tuinstoel heet, is in zes kleuren verkrijgbaar en kost bijna 900 euro. Veel geld voor een tuinstoel, maar aanzienlijk minder dat de originele Lounge Chair, die ongeveer zesduizend euro kost. Copray en zijn zakelijk partner Niels Wildenberg produceren de stoel zelf. Het door hen opgerichte bedrijf Mal BV wil meer producten op de markt brengen die, zoals Copray het formuleert, design in zijn algemeenheid en de waarde ervan in een andere context plaatsen.
Zijn product is zeker geen ordinaire kopie die voor een originele Eames stoel probeert door te gaan. Mal 1956 is goed uitgevoerd en een interessant initiatief, dat de grenzen van het intellectuele eigendomsrecht lijkt op te zoeken. Alleen is het wel verstandig om je juridisch goed in te dekken voordat je gaat produceren. 

Beeld: Mal 1956, Blue van Bob Copray en Niels Wildenberg

Of dit bij Mal 1956 het geval is, is de vraag. Op vragen van Items hoe de rechten geregeld zijn en of Mal een licentie heeft om de Lounge Chair te mogen maken, antwoordt zakelijk partner Wildenberg dat hij hierover diverse juristen heeft geraadpleegd en met verschillende design experts heeft gesproken. Kennelijk hebben zij gezegd dat Mal BV zijn tuinstoel kan maken zonder de rechten van Herman Miller, Vitra of de erven Eames te schenden. De door Items geraadpleegde Frank van 't Geloof, een advocaat gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht, is niet zo zeker. Hij stelt dat het te beargumenteren is dat het ontwerp van Mal 1956 voldoende afwijkt van de Lounge Chair, maar een inbreuk op het auteursrecht is ook heel goed te beargumenteren. 

Opmerkelijk is dat Mal noch de naam Eames noch die van Herman Miller of Vitra gebruikt in zijn communicatie, maar wel refereert aan de designklassieker door het jaartal 1956 - het jaar dat de Lounge Chair op de markt kwam - op te nemen in de naam van het product. Dat is halfslachtig. Mal stelt een stoel te maken met een eigen karakter, maar noemt zijn product ook een reflectie op een van de iconen uit de jaren vijftig en een parodie op de oorspronkelijke Lounge Chair. Men lijkt te hopen dat de erven Eames, Herman Miller en Vitra er ook de grap van inzien. Een wat naïeve opstelling, gelet de investering die Mal moet hebben gedaan om de tuinstoel te produceren en op de markt te brengen. Herman Miller, Vitra en de erfgenamen van Charles en Ray Eames kunnen het zich niet permitteren niet op te treden tegen Mal 1956 op het gevaar een precedent te scheppen. Want als zij de tuinstoelvariant op de Lounge Chair stilzwijgend zouden toestaan dan komen ze in de toekomst zwakker te staan tegen andere bedrijven die ook een variant op deze designklassieker willen maken.

Beeld: Eames Lounge Chair and Ottoman, Herman Miller/Vitra

Het is niet de eerste keer dat een ontwerper een designklassieker herinterpreteert in een ander materiaal. Bertjan Pot maakte in 2003 de Carbon Copy, een variant van de Plastic Chair van Charles Eames. Hij wilde onderzoeken of hij de polyester kuip en het typische, draadstalen onderstel van deze designklassieker van koolstof kon namaken. Hij maakte er drie, waarvan er twee in de collecties van Boijmans en het Stedelijk Museum zijn terechtgekomen. Het ontwerp trok ook de aandacht van Moooi. Het meubelmerk wilde een licentie om de Plastic Chair van koolstof te maken. Toen Moooi deze niet kon krijgen gaf het Pot de opdracht een nieuw ontwerp te maken dat voldoende zou afwijken van het oorspronkelijke ontwerp van Eames.

Ontwerper Mario Minale maakte als afstudeerproject voor de masteropleiding van de Design Academy Rietvelds Rood-blauwe stoel na van Lego-blokjes. Droog Design wilde deze stoel en de Lego-versie van Rietvelds buffet in zijn collectie opnemen, maar stuitte op de erven Rietveld die aan de Italiaanse producent Cassina het exclusieve recht op deze meubels hebben verleend. Droog wierp op dat dit in strijd is met Rietvelds filosofie dat zijn meubels door iedereen gemaakt zouden mogen worden zonder dat men rechten verschuldigd zou zijn, maar de erven prefereerden de uitoefening van het auteursrecht boven intenties van Gerrit Rietveld. Toch zijn er vijf Rood-blauwe stoelen van Lego gemaakt, waarvan er een is aangekocht door het Centraal Museum. Een ander exemplaar werd twee jaar geleden voor 71 duizend dollar aangeboden in de winkel van Droog in Las Vegas.

Met herinterpretaties van designklassiekers is het dus oppassen. Met name in Nederland, waar de rechters geneigd zijn te beslissen in het voordeel van de oorspronkelijke ontwerper of diens rechthebbenden.

Vitra noch Herman Miller hebben Mal 1956 opmerkt toen deze in april in Milaan werd geïntroduceerd tijdens de Salone del Mobile. Inmiddels weten ze ervan en onderzoeken ze de zaak. Of het op een rechtszaak uitdraait, valt nu nog niet te zeggen. Copray en Wildenberg hadden zich waarschijnlijk veel kopzorgen kunnen besparen als ze vooraf de rechten goed geregeld hadden of een ontwerp hadden gemaakt dat veel meer zou afwijken van de Lounge Chair.

De officiële introductie van de Lounge Chair and Ottoman in het NBC TV-programma 'Home' van Arlene Francis in 1956.

Kijk ook op New York Times

... reageer